woensdag 17 november 2010

Meteorologie

Gisteren had ik terug een vrije dag en was weer een aantal uurtjes voor de les begon op de luchthaven. Rustig enkele koffietjes gedronken bij het maken van een aantal oefeningen over hoogtemeter problemen. Deze oefeningen zijn naar mijn persoonlijke mening niet allemaal zo eenvoudig, maar dat zal na verloop van tijd wel loslopen. Je leert het alleen door je kop erover te breken. Vandaag was het de beurt aan meteorologie. Wat we als eerste besproken hadden, was het ARP. ARP is de afkorting voor Airport Reference Point.
Dit is een referentiepunt op een luchthaven waaruit alle metingen gebeuren zoals de geografische coördinaten.
De horizontale verplaatsing van lucht of wind werd besproken en ook welke krachten hierbij aan bod komen. Dit zijn wrijvingskracht, gradiënt-, coriolis- en centrifugaalkracht. De wrijvingskracht is tot 2000 ft aanwezig en zorgt ervoor dat de wind tegen de aarde plakt.
Gradiënt- en corioliskracht zorgen samen voor geostrofische wind en neemt men de 3 krachten samen namelijk de gradiënt-, coriolisch- en centrifugaalkracht krijgen we de gradiëntwind. Deze wind volgt de isobaren van boven de 2000 ft tot de tropopauze. Onder de 2000 ft gaat de gradiëntwind afgebogen worden door de wrijvingskracht.
Het verschil tussen ascendentie en subsidentie kwam ook aan bod. Nu, wat is het verschil tussen beiden?
Subsidentie is hoge luchtdruk en ascendentie lage luchtdruk

Even illustreren


1.      Ascendentie of convectie is opgewarmde lucht. Warme lucht stijgt (denk maar aan een luchtballon). Deze lucht is labiel.
2.      Als er teveel aan lucht is in de bovenste laag dan krijgen we een horizontale verplaatsing van de lucht of beter gekend wind. Tot wanneer de warme lucht afgekoeld is. Wanneer de warme lucht zodanig afgekoeld is dat het dezelfde hoogte niet meer kan aanhouden, gaat ze dalen. Dit noemen we dan subsidentie
3.      Subsidentie is koude lucht. Deze lucht is stabiel. De koude lucht zal geleidelijk aan de temperatuur in de omgeving aannemen en weer opwarmen.
4.      Door deze opwarming krijgen we weer een horizontale verplaatsing van de lucht of wind tot het hele proces weer vanaf 1 begint.

Verder tijdens de les kwamen de drukgebieden aan bod en het verschil tussen krimpen en ruimen. De wrijving van de wind boven water en land.
Het verschil tussen anabatische wind en katabatische wind. Het gevaar dat er is wanneer men over een bergachtig gebied vliegt.
En als afsluiter van de les kwam het fenomeen windshear ter sprake. Dit is de plotse verandering van windrichting of windsterkte. Beiden kan ook en is dus zeer gevaarlijk. Vandaag de dag gebeuren nog steeds, ondanks de meetapparatuur ongevallen door hoogmoet van sommige piloten. Dus wanneer men een melding krijgt dat een windshear op komst is, blijft men het best aan de grond wachten. Dit is meestal van korte duur. Als men al in de lucht is, vliegt men het best met een grote omweg voorbij een CB i.p.v. eronder aangezien windshear meestal samen gaat met onweer.

Dit was het dan voor vandaag. Overmorgen is het de beurt aan navigatie.

I keep you informed

Geen opmerkingen:

Een reactie posten